return to Contents
return to your last point in text by using the [previous] in the left upper corner of your browser

VERKLARING VAN ENIGE TERMEN
dispersie: Hiermee worden in dit proefschrift alle activiteiten van een dier bedoeld, die tot gevolg hebben dat het zijn leefgebied verlaat. Het omvat het hele proces van emigratie, immigratie en van wat er onderweg gebeurt.
genotype: Het genotype van een bepaald organisme is zijn samenstelling van genetische eigenschappen. terwijl het fenotype de vorm is waarop die genetische eigenschappen tot uiting komen. Wanneer een genetische eigenschap recessief is, zal deze alleen tot uiting komen in het fenotype, als deze niet wordt weggedrukt door de dominante versie van de eigenschap. In de situatie die wij zullen toepassen: dieren zullen alleen langvleugelig zijn als de dominante eigenschap van kortvleugeligheid geheel afwezig is.
Gyrinus marinus Gyll.: Dit is de Latijnse benaming van het schrijvertje. Het schrijvertje behoort tot de familie van de Gyrinidae, die weer enigszins verwant zijn aan de grote familie van de waterroofkevers, de Dytiscidae. Gyrinidae worden in alle werelddelen aangetroffen en de meeste soorten hebben een levenswijze die vergelijkbaar is met die van Gyrinus marinus. In Nederland komen ongeveer vijf soorten voor, waarvan we de soorten G. paykulli Ochs, G. minutus F., en G. colymbus Er. af en toe in onze vangsten tussen de G. marinus exemplaren hebben aangetroffen.
habitat: In dit proefschrift wordt habitat gebruikt in de betekenis van leefgebied. Het duidt een gebied aan dat in principe voor bewoning door een bepaalde soort geschikt is. Binnen een leefgebied kunnen meer of minder geschikte stukken voorkomen. Aangezien 'habitat' vaak ook in engere zin wordt gebruikt, zullen we in de Nederlandse tekst verder het woord leefgebied gebruiken.
netto reproductie: Gewoonlijk aangeduid met de letter R. Hiermee wordt de vermenigvuldigingsfactor bedoeld, waarmee het aantal dieren in een bepaald leefgebied per tijdseenheid (meestal per generatie of per jaar) verandert. R is de resultante van alle populatiedynamische (zie hieronder) processen en als zodanig een louter statistische grootheid.
populatiedynamica: Dit is het totaal aan processen die een rol spelen bij het verloop van het aantal dieren in een bepaald gebied. waarvan de voortplanting, de sterfte en de dispersie de belangrijkste zijn. Maar bijv. de processen die de verdeling van individuen over het leefgebied bepalen, kunnen ook tot de populatiedynamica gerekend worden.
reproductie: Onder reproductie wordt het totale proces van de voortplanting begrepen: de paring, het eileggen en de ontwikkeling van jongen (larven) tot aan de geslachtsrijpe volwassen dieren.
stochastisch: Bij een stochastisch simulatiemodel wordt niet gewerkt met vaste waarden voor de verschillende grootheden om processen mee na te bootsen, maar worden de waarden per keer dat er een nodig is volgens een bepaalde toevalstrekking gekozen uit een bepaalde verdeling van mogelijke waarden.
(sub)populatie: De dieren van één soort die gezamenlijk in een leefgebied voorkomen, vormen één populatie. In feite is een populatie een statistische grootheid om een omschreven aantal individuen aan te duiden. Een populatiebioloog zal meestal proberen een populatie als een eenheid te beschrijven door de populatie te beperken tot bijvoorbeeld die dieren die in een leefgebied de mogelijkheid hebben tot interactie, op welke wijze dan ook. Bijvoorbeeld, de dieren van een soort die in een geïsoleerde plas voorkomen, kun je beschouwen als een populatie. Als er binnen een populatie kleinere groepen dieren zijn te onderscheiden met een hogere kans op interactie dan tussen de dieren van verschillende groepen, dan kan elk zo'n kleinere groep als een subeenheid van de populatie worden aangeduid met de term 'subpopulatie'.
variatie-coëfficient: Dit is de grootheid waarmee we de mate van variatie rondom een geschatte gemiddelde waarde voor een variabele (emigratiesnelheid, sterftekans, aantal nakomelingen, e:d.) opgeven. De standaard-deviatie doet dat ook, maar die is absoluut en heeft alleen betekenis in combinatie met de gemiddelde waarde. Door de standaard-deviatie te delen door het gemiddelde wordt de variatiecoëfficient als maat voor de variatie verkregen, die onafhankelijk is van de waarde van het gemiddelde, waardoor variatiecoëfficienten voor verschillende situaties met elkaar vergeleken kunnen worden.


return to your last point in text by using the [previous] in the left upper corner of your browser
return to Contents